CoBrA
ontstaan van CoBrA
CoBrA is een Europese kunststroming binnen de moderne kunst die exact 60 jaar terug ontstaan is. Op 8 november 1948 werd de beweging opgericht in Parijs onder impuls van de Belgische schrijver-kunstschilders Christian Dotremont en Joseph Noiret. Het werd een invloedrijke internationale vereniging van kunstschilders en literatoren.
De naam "Cobra" heeft betrekking op de drie hoofdsteden van de thuislanden van de oprichters: Copenhagen, Brussel en Amsterdam. Later werd door het Cobra Museum de naam Cobra geschreven als CoBrA, in het aan het begin van de 21e eeuw populaire CamelCase.
Oorspronkelijke leden
De oorspronkelijke CoBrA-leden waren:
- uit Denemarken: Asger Jorn
- uit België: Christian Dotremont, Joseph Noiret
- uit Nederland: Karel Appel, Corneille, Constant
Bij de eerste tentoonstelling in het stedelijk Museum in Amsterdam, was ook Eugène Brands(NL) erg nauw betrokken. Hij wordt dan ook aanzien als één van de CoBrA-pioniers.
Korte bloei en groei
Ingevolge de zware ziektes van zowel Jorn als Dotremont kwam er al in 1951 een eind aan deze kunstzinnige vereniging. Toch had in Kopenhagen Asger Jorn al Else Alfelt, Ejler Bille, Egill Jacobsen, Henry Heerup, Carl-Henning Pedersen en de schrijver Jørgen Nash onder CoBrA samengebracht.
De revue "Hellhesten" had die kunstenaars reeds gegroepeerd tijdens de oorlogsjaren. Ook de schilders Erik Ortvad en Mogens Balle met de schrijver Uffe Harder kwamen zich bij CoBrA aansluiten. In 1950 krijgt Georges Collignon samen met Alechinsky, de "Prix Jeune Peinture Belge", die voor het eerst wordt toegekend. Collignon neemt vanaf dan ook deel aan de CoBrA-beweging.
Met Pol Bury sticht Georges Collignon de groep "Réalité Cobra" op. Dit is meteen de eerste Belgische groep voor de verdediging van de abstracte kunst. Te Brussel deden Dotremont en Noiret een beroep op hun realistisch-revolutionaire vrienden: de schrijvers Marcel Havrenne en Hugo Claus en de schilders Pierre Alechinsky, Pol Bury, Louis Van Lint, de etnoloog Luc de Heusch en de musicus Jacques Calonne. Ook Reinhoud D'Haese nam geregeld deel aan CoBrA tentoonstellingen. Te Amsterdam vonden Anton Rooskens , Lucebert en Theo Wolvecamp de weg naar CoBrA. De beweging werd nog aangevuld met de Duitse kunstschilder Karl Otto Götz en zijn "Meta"-vrienden, de Japans-Amerikaanse sculpteur Shinkichi Tajiri, de Engelse schilder Stephen Gilbert, de Franse schilders Jean-Michel Atlan en Jacques Doucet en de schrijvers Édouard Jaguer en Michel Ragon.
De mensen van CoBrA keerden zich vooral tegen elk esthetiserend academisme dat te erg het intellectualisme benadrukte. Vandaar het voor de hand liggende tegengestelde: vorm, lijn en kleur zijn de weergave van een puur spontane actie waarbij ze niet aarzelden terug te grijpen naar primitieve kunst, het kindertekenen en outsider art. In deze 3 voorbeelden zagen zij een overeenkomstige puurheid vanuit het naïeve karakter. De nauwelijks voorbije oorlog had daarbij bij de meesten een marxistisch bewustzijn teweeggebracht.
Invloed van CoBrA
De CoBrA-beweging heeft, ondanks het korte bestaan, een grote invloed gehad op de moderne kunst. Gedurende de korte periode hebben zich toch heel wat kunstenaars zich in de beweging ingeschakeld. Nadien kwamen nog heel wat kunstenaars in contact met voormalige leden van de groep, zoals Walasse Ting en Bengt Lindström. Veel andere kunstenaars lieten zich bespelen in inspireren door de stijl en onwikkelden ook een eigen CoBrA stijl. Goede voorbeelden hiervan zijn Fred Bervoets en Jan Cobbaert maar in zekere zin ook Anton Heyboer.
In Amstelveen is, nabij het winkelcentrum Amstelveen, het CoBrA Museum voor Moderne Kunst gevestigd. In de binnentuin van het museum is een Japanse kiezeltuin van Tajiri ingericht.