Nul
De Nederlandse Nul-beweging werd twee jaar na de stichting van de ZERO gevormd door Jan Schoonhoven, Armando, Jan Henderikse en Henk Peeters. Later sloot ook herman de vries aan bij de beweging. De groep bestond tot 1965. De werken van de Nul-groep zijn bij uitstek 'anti-schilderkunstig'. Traditionele materialen als verf en steen werden vervangen voor veelal industriƫle materialen.
In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat het werk van Nul zich kenmerkt door:
Monochromie: Veelkleurigheid maakt plaats voor gebruik van enkele kleuren, vaak zwart en rood (Armando) en wit (Jan Schoonhoven en Henk Peeters)
Herhaling: Nul hield van ritme en regelmaat. Herhaling van gelijkvormige elementen binnen een voorstelling is typisch 'Nul'. Denk hierbij aan de repeterende vormen in de reliefs van Schoonhoven en de reliefs van kurken en centen van Jan Henderikse.
Serialiteit: Het authentieke kunstwerk werd door Nul doodverklaard. De moderne tijd en industriƫle materialen werden daarentegen omarmd. De machinale reproductie van 'kunstproducten' was typisch Nul. Met uitzondering van Jan Schoonhoven maakten alle leden multiples (serieproducten).
Directheid van materiaal: Een Nul-werk moest een 'objectief-neutrale weergave van de werkelijkheid' zijn, aldus Jan Schoonhoven. Het handschrift van de kunstenaar moest dan ook zoveel mogelijk worden vermeden. Dit werd onder andere bereikt door 'onbemiddelde presentatie': materialen, vaak objecten, werden zonder bewerking of toevoeging als 'kunstprodukt' gepresenteerd. Hier is duidelijk sprake van een referentie aan de readymade van Marcel Duchamp.
Nul kan worden gezien als een vervolg op de Informele kunst uit de jaren 1950 (waarvan kenmerken zijn dat er geen plan vooraf wordt gebruikt en geen schoonheidsideaal wordt nagestreefd). De vier leden van Nul vormden voor het ontstaan van de Nul-groep samen met Kees van Bohemen de Nederlandse Informele Groep.